
Lezen is een makkie...toch? - Leesbevordering: leespromotie & -motivatie
Hoi. Ik ben Arlette Honkoop, werkzaam als leerkracht voor 3 dagen op een basisschool en eigenaar van Onderwijscoaching Jong Geleerd. In verschillende blogs wil ik mijn kennis en onderwijskundige ervaring met je delen.
In dit blog vertel ik je over leesbevordering en leesmotivatie.
Lezen is één van mijn grootste hobby's.
Al in een eerder blog vertelde ik dat mijn moeder mij vroeger veel voorlas. Door haar staat 'lezen' voor mij op nummer 1.
Heerlijk om in een boek weg te 'dromen'. Verhalen die me meenemen naar een andere wereld, die me laten lachen, maar ook kunnen laten huilen. Laten huilen van verdriet, puur omdat het gebaseerd is op ware feiten (Kate Mosse 'De Wintergeest'). Maar ook emotioneel omdat een boek of een serie uit is.
Mijn laatst gelezen boek was 'Vallei van schaduw'; het vierde en laatste deel van Tijden van vuur-serie. Eveneens van Kate Mosse.
Zij is één van mijn favoriete schrijfsters. Ik vind haar boeken geweldig; wat is fictie en wat zijn feiten? Kate Mosse weet deze twee grandioos in elkaar te schuiven, waardoor ik de verhalen ook daadwerkelijk beleef.
Dus ja, ik vind lezen heerlijk. Daarentegen zijn er genoeg kinderen, ook bij mij in de groep, waarbij lezen meer een ' must' is dan een vrijwillige keuze.
Ik heb ooit wel gedacht dat lezen te maken had met de omgeving waarin een kind opgroeit; kinderen waarvan de ouders weinig tot niet lezen, komen daardoor zelf ook minder in aanraking met boeken. Of ik het daarmee bij het rechte eind heb, weet ik niet. Doet er ook niet zoveel toe, want het draait om het huidige leesonderwijs, om de kinderen van NU.
Er is veel dat om een kind heen gebeurt; op micro-, macro-, en mesoniveau. Van alle kanten worden kinderen dagelijks 'gebombardeerd' met nieuws en informatie.
Waar het ene kind juist de rust vindt in het lezen van een boek, kan een ander kind hier juist onrustig van worden. Weer meer informatie. Het kan ook zijn dat een kind lezen 'saai' vindt of een hekel aan lezen heeft.
Die hekel ontstaat veelal als een kind moet lezen om leeskilometers te maken, n.a.v. een DMT-niveau, dyslexie een rol kan spelen, of anders...
Uit onderzoek blijkt dat vooral bij oudere kinderen het zien van lezende ouders een positief effect heeft op de leesmotivatie. ‘Geef het goede voorbeeld en pak een boek’, zegt ook kinderboekenschrijver Janneke Schotveld, die de populaire kinderboeken Superjuffie en Avonturen van de dappere ridster schreef.
Ze stond twaalf jaar voor de klas, bezoekt wekelijks scholen en geeft workshops over leesbevordering aan docenten. ‘En laat overal boeken rondslingeren.’

LEESMOTIVATIE: INTRINSIEKE EN EXTRINSIEKE MOTIVATIE
Door het stimuleren van leesmotivatie is het de bedoeling dat kinderen meer gaan lezen en daardoor meer taalkennis en kennis van de wereld opdoen. Dat zijn echter nogal abstracte doelen, waarvan niet duidelijk is wanneer ze behaald zijn.
Misschien dat lezen daardoor in het basisonderwijs door sommige leerlingen wordt gezien als doelloze activiteit, die nergens toe leidt.
En waarom dan je best ervoor doen, als je het niet leuk vindt?
Volgens Moolenaar en Melis-Voorma (2021) moeten kinderen ook steeds meer hun best doen om een boek te lezen, want door te leven in een wereld vol informatie en snel handelen, wordt het steeds moeilijker om concentratie op te brengen voor langere teksten.
Dit impliceert dat kinderen die niet intrinsiek gemotiveerd zijn, ook steeds meer motivatie moeten opbrengen om tot lezen te komen en een boek uit te lezen.
Er is sprake van intrinsieke leesmotivatie wanneer je leest omdat lezen voor jou in zichzelf een plezierige of interessante activiteit is. Op school leest een kind dan bijvoorbeeld graag boeken omdat het geniet van nieuwe dingen leren, of omdat het graag wegdroomt bij een verhaal. Lezen is, met andere woorden, een doel op zich.
Er is sprake van extrinsieke leesmotivatie wanneer je juist leest om een bepaald extern doel te behalen, bijvoorbeeld een goed cijfer of erkenning van de leerkracht. De motivatie voor lezen ligt dan buiten de activiteit zelf.

In de kern draait leesmotivatie om het onderscheid tussen intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie (zie de rechterkant van de figuur). Hoe intrinsiek of extrinsiek kinderen gemotiveerd zijn om te lezen, wordt mede bepaald door de waarde die leerlingen hechten aan lezen, het zelfvertrouwen dat ze hebben in hun leesvaardigheid, hun interesse in bepaalde teksten en de doelen die ze hebben wanneer ze lezen.
AUTONOMIE, COMPETENTIE & VERBONDENHEID
De kans op intrinsieke motivatie is het grootst wanneer aan drie ‘psychologische basisbehoeften’ wordt voldaan: de behoefte aan autonomie, competentie en verbondenheid (Ryan & Deci, 2000).
Als leerkracht kun je daar in de klas op verschillende manieren aan tegemoetkomen:
🎈Gevoelens van autonomie stimuleer je door leerlingen keuzes te bieden.
Dat kun je doen door kinderen zelf boeken te laten kiezen, bijvoorbeeld tijdens momenten van vrij lezen. Maar ook door kinderen zeggenschap te geven over (sub)thema’s waarmee ze aan de slag gaan. Of door de kinderen mee te laten bepalen hoe ze de inhoud van teksten verwerken.
Keuzevrijheid werkt overigens niet perse als die onbegrensd is: met name voor zwakke lezers, die geen echte leesroutine hebben, lijkt volledige autonomie (vrije keuze zonder hulp of afbakening) tijdens het vrij lezen bijvoorbeeld een averechts effect te hebben: zij gaan juist minder lezen.
Ook wanneer je als leerkracht de autonomie ondersteunt, is het dus belangrijk om begeleiding te blijven bieden.
🎈Gevoelens van competentie kun je bevorderen door leerlingen teksten van een passend niveau aan te bieden (niet te moeilijk, niet te makkelijk). Ook geef je leerlingen zelfvertrouwen door ze zicht te geven op hun eigen ontwikkeling en hoe ze die kunnen bevorderen, en door ze feedback te geven op hun leerproces.
Dat kun je als leerkracht bijvoorbeeld doen door kinderen strategieën aan te leren voor hoe ze een lees-taak kunnen aanpakken en dan telkens te toetsen of ze die strategieën toepassen door regelmatig met ze over hun taakaanpak te spreken.
Belangrijk is hoe dan ook dat kinderen in staat worden gesteld succeservaringen op te doen.
Als leerkracht kun je de competentiegevoelens van je leerlingen ook ondersteunen door helder te communiceren over je verwachtingen, consequent en voorspelbaar te reageren, en stap voor stap aanwijzingen te geven. En door positieve feedback te geven, leerlingen aan te moedigen en waar nodig hints te geven en door ze te helpen en te steunen.
🎈Gevoelens van verbondenheid kun je aanwakkeren door kinderen de ruimte te geven samen te werken aan leestaken.
Maar ook de relatie die je als leerkracht met de kinderen hebt, is van belang. Hierdoor vergroot je ook de motivatie van lezen.
'Verlies (technische) leesvaardigheid niet uit het oog. Pas als kinderen technisch vloeiend kunnen lezen, beginnen ze er plezier aan te beleven.'
BOEKPROMOTIE, HOE DOE JE DAT? - een aantal voorbeelden in het kort
- boekenhoek
- boekpresentatie
- kinderen lezen een stukje voor uit hun boek, laten het zien aan de klas en vertellen er wat over
- voorlezen
- boekenmap of boekenschrift
- boekenmap van de klas, door de klas
- kinderboeken koppelen aan schoolvakken
WERKVORMEN LEESMOTIVATIE
Boekensushi
Alle kinderen gaan in de kring zitten. Elk kind krijgt een boek.
De leerkracht geeft steeds aan wanneer de kinderen het boek dat voor hen ligt mogen lezen.
De leerkracht geeft een signaal, waarop de leerlingen steeds twee minuten door het boek bladeren.
Daarna geeft elk kind het boek door naar dezelfde kant.
Hierna gaan er opnieuw twee minuten in om door het volgende boek te bladeren.
Na zes minuten heeft elke leerling drie boeken bekeken.
De kinderen praten in groepjes over welke van drie welke boeken ze wel verder zouden willen lezen en wat hen dan aansprak in het boek.
Een boek voor jou
Kinderen zoeken in een tweetal voor elkaar een boek. Voordat ze het boek kiezen, praten ze één minuut met elkaar over welke boeken ze graag lezen.
Vanuit de antwoorden zoeken de kinderen dan een boek voor elkaar uit.
Zoek de titels
Een spel waarbij de leerkracht titels van boeken door elkaar mengt door de woorden van volgorde te veranderen.
De kinderen kunnen zelfstandig of in duo zoeken naar de eigenlijke titel van het boek.
Achteraf kan de leerkracht vertellen wat de titels zijn en waarover het boek gaat.
Karaokelezen
Een werkvorm waarbij de voorlezer op een iets trager tempo meeleest, zodat het kind ook hardop mee kan lezen met de voorlezer. Teksten die voordien iets te moeilijk waren om alleen te lezen, zijn plots een pak bereikbaarder voor het kind.
Speeddate
De helft van de kinderen kiest een boek dat zij willen aanbevelen aan een klasgenoot. De andere helft van de kinderen gaat tegenover een kind met een boek zitten.
De kinderen krijgen twee minuten om een klasgenoot te overtuigen waarom ze het boek moeten lezen.
Na twee minuten schuift de rij telkens door. De volgende keer dat deze werkvorm wordt toegepast, kan de andere helft van de klas nu een boek promoten.
Raden maar
De leerkracht maakt de titels van bepaalde boeken onherkenbaar. De kinderen bekijken de voorkant van het boek en raden wat de titel kan zijn. Kinderen die het boek gelezen hebben, kunnen vertellen waar het over gaat.
Boekentips voor volgend jaar
De kinderen maken samen in de klas een map waarin boeken staan die zij gelezen hebben. In de map worden de boeken beschreven en aanbevolen. De map wordt doorgeven naar het volgende jaar.
Schrijver in de spotlight
De leerkracht leest een boek voor in de klas. De leerkracht introduceert de schrijver van dit boek door de foto te projecteren en iets te vertellen over de schrijver van het boek. Daarna wordt er verder ingegaan op welke andere boeken de schrijver heeft.
De kinderen kiezen vervolgens één van de boeken van deze schrijver om te lezen.
Het lezen van het boek kan verwerkt worden aan de hand van een boekpromotie of een creatieve verwerking van het boek.
Tip: zorg erbij de voorbereiding dus voor, dat je verschillende boeken van de schrijver/ schrijfster hebt klaarliggen.
Boekpromotie
Elk kind kiest individueel een boek uit dat hij/ zij recent heeft gelezen. De eerste opdracht is kort vertellen waar je boek over gaat en een beschrijving van de belangrijkste personages. Het kind vertelt ook waarom die het boek heeft gekozen.
Wie sneller klaar is, kan het boek op een creatieve wijze verwerken.
Enkele voorbeelden hiervan zijn een nieuwe kaft voor het boek ontwerpen of een alternatief einde voor het boek verzinnen.
Hoofdpersonage zoekt boek
De leerkracht maakt kaarten met titels van een boek en de personages die bij dat boek horen. De kinderen kunnen alleen of in groep op zoek naar de hoofdpersonages. Dit spel kan ook als kwartet gespeeld worden.
Leesgewoonten
De leerkracht vraagt naar de leesgewoonten van de kinderen. De kinderen vertellen aan elkaar wanneer ze lezen, waarom ze lezen … Dit kan per twee of in de kring. Nabespreken is zeer waardevol. Vergeet hierbij als leerkracht ook niet te vertellen over je eigen leesgewoonten 😉
Boekgesprek
De leerkracht deelt verschillende boeken uit. Elk tweetal krijgt een boek. De kinderen lezen samen de achterflap van het boek en gaan in gesprek. De leerkracht kan dit gesprek leiden door telkens een vraag te stellen waar de kinderen twee minuten over in gesprek gaan. Mogelijke vragen zijn bijvoorbeeld ‘Wat zou een mogelijke andere titel voor het boek zijn?’, ‘Als jij iets kon veranderen aan de kaft, wat zou het dan zijn?’, ‘Hoe denk je dat het verhaal eindigt?’ …
Rollenspel
Kinderen gaan per twee in gesprek. Één kind is de interviewer, het andere wordt ondervraagd over een boek dat hij/ zij heeft gelezen. Later worden de rollen omgewisseld. De kinderen kunnen eventueel de vragen die ze gaan stellen als interviewer op voorhand voorbereiden.
Teken het hoofdpersonage
De leerkracht leest een stuk tekst voor uit een boek waarin iemand beschreven wordt. Daarna tekenen de kinderen dit personage.
In de klas laten de kinderen hun tekening zien en vertellen ze welke stukken uit de tekst ze hebben gebruikt om tot hun tekening te komen.
Kwartier-lezen
Elk kind kiest een boek uit de boekenkast waarin ze 15 minuten lezen ’s ochtends.
Elke ochtend wordt hier tijd voor gemaakt, waardoor de kinderen op een rustige manier kunnen beginnen aan de lesdag.
Wat gebeurt er?
De leerkracht geeft de kinderen enkele illustraties of afbeeldingen uit boeken. De kinderen proberen te raden waar het verhaal dat bij de afbeelding hoort over gaat. Daarna kan de leerkracht een stuk uit het verhaal voorlezen.
Verteltas
Een verteltas is een tas waarin heel wat materialen zitten.
De basis van de tas is een prentenboek en een informatief boek dat iets te maken heeft met het prentenboek.
Er wordt spelmateriaal gekoppeld aan de boeken dat het leesplezier stimuleert.
De inhoud van de tas kan worden aangepast aan de leeftijd van het kind, de interesses, het niveau …
Elke verteltas kan dus op maat ontworpen worden.

LINKS
Creatieve leesopdrachtkaarten - lezen met een twist. Kant en klare opdrachten voor de verwerking van een boek en/of een tekst. Benodigde werkbladen inbegrepen
Leerkracht - Versterken van technisch lezen voor betere leesresultaten
Paaslezen - lezen met gevulde eieren
Leraar24 - 7 tips om je klas aan het lezen te krijgen
CultuurKuur.be - werkvormen voor de boekenkring

Reactie plaatsen
Reacties